Na epilepsiechirurgie is bijna driekwart van de patiënten aanvalsvrij

Een grootschalige Europese studie naar de effectiviteit van epilepsiechirurgie laat overtuigend het succes ervan zien. Deze resultaten helpen in de afweging of een operatie bij epilepsie zinvol is. Ook ondersteunen de bevindingen het idee dat zo snel mogelijk opereren de uitkomst verbetert. Deze studie, waarin het ook het Maastricht UMC+ samen met Kempenhaeghe participeert (onder de naam Academisch Centrum voor Epileptologie), is recent gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Lancet Neurology.

Sneller opereren leidt tot betere behandelresultaten

Een grootschalige Europese studie naar de effectiviteit van epilepsiechirurgie laat overtuigend het succes ervan zien. Deze resultaten helpen in de afweging of een operatie bij epilepsie zinvol is. Ook ondersteunen de bevindingen het idee dat zo snel mogelijk opereren de uitkomst verbetert. Deze studie, waarin het ook het Maastricht UMC+ samen met Kempenhaeghe participeert (onder de naam Academisch Centrum voor Epileptologie), is recent gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Lancet Neurology.

De zogeheten European Epilepsy Brain Bank-studie (waarvoor Maastricht UMC+/Kempenhaeghe ook data aanleverden) laat zien dat 72 procent van de patiënten met epilepsie een jaar na de operatie aanvalsvrij zijn. Na twee jaar is dat nog 68 procent en na vijf jaar 66 procent. In de studie zijn in totaal 9147 patiënten onderzocht die tussen 2000 en 2012 zijn geopereerd.

Voordelen

Voorheen werden patiënten alleen geopereerd als ze geen baat hadden bij het gebruik van medicijnen. Tegenwoordig wordt soms sneller gekozen voor een operatie. De voordelen daarvan wegen vaak op tegen de geringe risico's. Bijkomend voordeel is ook dat chronisch medicijngebruik dan voorkomen kan worden en dus ook de (mogelijke) bijwerkingen die daarmee gepaard gaan. Een tweede reden voor vroeger opereren is dat een kortere duur van de epilepsie de kans op een succesvolle operatie verhoogt. De nieuwe onderzoeksresultaten onderstrepen dat beleid.

Verschillende oorzaken
Bij epilepsiechirurgie verwijder je de epilepsiebron uit de hersenen. Dat kan alleen als daardoor geen belangrijke hersenfuncties verloren gaan. In de studie is daarom ook gekeken naar het verschil in uitkomst tussen de verschillende oorzaken van epilepsie. Zo waren 78 procent van de patiënten die epilepsie hadden als gevolg van een tumor, na een operatie aanvalsvrij. Voor epilepsiepatiënten met bepaalde aanlegstoornissen van de hersenschors lag dat percentage met 50 procent aanzienlijk lager. De onderzoeksresultaten kunnen dan ook meegenomen worden in de overweging van de behandeling bij epilepsie.

Vroeger opereren
Daarnaast maakt de studie ook duidelijk dat hoe eerder je opereert, hoe groter de slagingskans is van de ingreep. Bij epilepsie die bijvoorbeeld door een vasculair letsel wordt veroorzaakt is de kans om aanvalsvrij te worden na een operatie 85 procent als je binnen één jaar opereert. Ga je echter pas na twintig jaar opereren, dan is die kans verlaagd naar 70 procent. Patiënten hebben dan dus minder lang medicatie nodig.

Behandeling op maat
"De conclusies die uit het onderzoek worden getrokken zijn bijzonder waardevol", zegt neurochirurg dr. Olaf Schijns van het Maastricht UMC+. "Het onderstreept de effectiviteit van de epilepsiechirurgie en het belang dat we iedere patiënt een op maat gemaakte behandeling moeten bieden, passend bij zijn of haar situatie. In het multidisciplinaire overleg tussen de deskundigen van het Maastricht UMC+ en Kempenhaeghe is dat te allen tijde dan ook de basis." Neuroloog dr. Albert Colon van Kempenhaeghe vult aan: "Het belang van vroegtijdige verwijzing voor het pre-chirurgische analyse-traject, zowel vanuit perifere ziekenhuizen als ook intern, wordt hiermee nog duidelijker. Er ligt voor ons een taak om dit nog meer voor het voetlicht te brengen."

De European Epilepsy Brain Bank-studie is een Europese samenwerking en onderdeel van het European Reference Network Epicare. Er zijn data bestudeerd van meer dan negenduizend epilepsie-patiënten uit 37 centra in achttien landen.
Sluit de enquête