Verlengde hormoontherapie bij borstkanker soms zinvol

Uit vervolgonderzoek in de DATA-studie blijkt dat verlengde hormoontherapie zinvol kan zijn bij aanwezigheid van specifieke kenmerken in de tumor van patiënten met hormoonreceptor-positieve borstkanker. Eerdere resultaten toonden aan dat verlengde hormoontherapie slechts een beperkt positief effect had. Door het scherper typeren van de tumorcellen, kan verlenging wel toegevoegde waarde hebben bij goed geselecteerde patiënten. Met de resultaten uit het vervolgonderzoek kan een betere, gepersonaliseerde behandeling worden gegeven.

Bij postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptor-positieve borstkanker wordt in de eerste twee tot drie jaar vaak het medicijn tamoxifen gegeven, gevolgd door een periode met aromataseremmers. De DATA-studie toonde enkele jaren geleden aan dat verlengde hormoontherapie voor de totale groep patiënten geen significant verschil in overleving of ziektevrije overleving opleverde (artikel The Lancet Oncology). Omdat hormoontherapie soms vervelende bijwerkingen kent zoals botontkalking, gewrichtspijn of stemmingswisselingen, is het belangrijk dat hormoontherapie alleen verlengd wordt als het een duidelijke winst in de kans op genezing oplevert.

artikel

Vervolgonderzoek
Zoals hoofdonderzoeker medisch oncoloog prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen toentertijd al opmerkte noopte die bevinding tot een nauwkeurigere selectie van patiënten bij wie verlengde therapie mogelijk zinvol zou kunnen zijn. Om te ontdekken waarop dan geselecteerd moet worden is in de DATA-studie vervolgonderzoek gedaan. Hieruit blijkt dat precieze selectie op basis van kenmerken van de tumor betere uitkomsten geeft. Er wordt gezien dat langer doorbehandelen met hormoontherapie alleen zinvol is als zowel de oestrogeen als de progesteron receptor aanwezig zijn op de tumorcellen. Als er maar één van beide receptoren aanwezig is op de tumorcellen wordt er geen effect van verlengde hormoontherapie gezien. De winst van verlengde hormoontherapie neemt daarnaast verder toe als er meer risico is op terugkeer van ziekte, bijvoorbeeld doordat er tumorcellen in de oksellymfeklieren aanwezig zijn. “Het is dus de uitdaging dat we patiënten identificeren met de grootste kans op effect van een bepaalde behandeling, waardoor we  bijwerkingen voorkómen bij patiënten die maar een beperkt of geen voordeel zouden hebben gehad van die behandeling”,  aldus Tjan-Heijnen.

De DATA-studie
De DATA-studie was een fase 3, gerandomiseerde studie waarin werd onderzocht of het zinvol is om de standaardduur (5 jaar) van hormoontherapie bij postmenopauzale vrouwen met een hormoonreceptor-positieve borstkanker te verlengen. In totaal namen er 1912 postmenopauzale vrouwen met een hormoonreceptor-positieve borstkanker afkomstig uit 79 ziekenhuizen in Nederland deel aan deze studie (gestart in 2006). Alle vrouwen waren reeds behandeld met 2 tot 3 jaar tamoxifen. Bij start van de studie werden de vrouwen vervolgens willekeurig ingedeeld in twee groepen: de ene groep werd behandeld met 6 jaar anastrozol (verlengde hormoontherapie) en de andere groep werd behandeld met 3 jaar anastrozol (standaardbehandeling). Alle vrouwen werden daarna gedurende meer dan 13 jaar nauwkeurig gemonitord.

Het artikel   Extended adjuvant aromatase inhibition after sequential endocrine therapy in postmenopausal women with breast cancer: follow-up analysis of the randomised phase 3 DATA trial is recent verschenen in eClinicalMedicine 

Sluit de enquête