Begeleiding op afstand voor hartpatiënten voor en na een ingreep

Hoe gezonder je bent voor een geplande hartoperatie, hoe groter je kansen op een vlot herstel na afloop. Sinds twee jaar doet het Maastricht UMC+ onderzoek naar de beste manier om patiënten vóór en na een ingreep te ondersteunen. Cardioloog Bart Scheenstra leidt de studie en sprak zelf alle driehonderd patiënten die meedoen met het onderzoek, inclusief Marcel Hougardy uit Geleen. Hij kreeg in september 2020 een nieuwe hartklep.

Zowel de vader als de broer van Marcel Hougardy (59) overleed op 59-jarige leeftijd aan hart- en vaatziekten. “Dit is dus een belangrijk levensjaar voor mij”, zegt hij. Eind 2019 hoorde zijn vrouw een knarsend geluid toen ze naast hem op de bank zat. “Dat bleek een versleten hartklep te zijn. We hebben drie honden, maar ik kon op een gegeven moment niet meer lopen naar het einde van de straat zonder bekaf te zijn.” Eigenlijk zou hij al eerder in 2020 geopereerd worden, maar door corona werd dat een aantal keren uitgesteld. Tot 14 september dat jaar stond hij op de wachtlijst.

Marcel Hougardy
Marcel Hougardy, foto Ermindo Armino
Cardioloog Bart Scheenstra
Cardioloog Bart Scheenstra

Dit verhaal verscheen onlangs al in Hartsvrienden, de nieuwsbrief van het Hart en vaatonderzoekfonds Limburg. Dit fonds steunt topklinisch onderzoek in het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+ gericht op nieuwe behandelingen, snellere diagnoses, betere zorg en door preventie het voorkomen van hart- en vaatziekten. 

Hulp op maat
Hougardy deed mee aan het promotieonderzoek van cardioloog Bart Scheenstra, waarbij een deel van de mensen met een geplande hartoperatie werd geholpen, als dat nodig was, met stoppen met roken, een gezonder gewicht, betere conditie en longtraining, om fit te zijn voor de beademing tijdens en na de operatie. “Daarnaast houden we in de gaten hoe het met mensen op de wachtlijst gaat door ze regelmatig vragenlijsten te laten invullen, bieden we ze indien nodig gesprekken met een psycholoog aan en krijgen ze filmpjes met informatie over de ingreep, de afdeling en meer. Alles is digitaal, in een online omgeving voor hen te vinden.”

Voor- en nadelen
Dat laatste is enerzijds de kracht van het project, want het is laagdrempelig en zeker in tijden van corona deden mensen makkelijker dingen online.  “Drie jaar geleden was videobellen met een patiënt echt nog onmogelijk, terwijl we daar nu veel meer aan gewend zijn”, aldus Scheenstra. “Maar anderzijds kunnen ook veel mensen niet meedoen aan dit project, omdat ze niet vaardig genoeg zijn met een computer, geen internet hebben, of de taal niet goed spreken.” Desondanks zijn er inmiddels driehonderd patiënten die meedoen aan de studie, toepasselijk ‘Prehab’ genaamd. Begin 2024 hoopt Scheenstra de resultaten te hebben: herstellen mensen die gebruik maakten van de online modules inderdaad beter dan degenen die niet op deze manier werden begeleid? “We zien wel al dat de bereidheid van mensen heel groot is om voor de ingreep te investeren in hun gezondheid. En we zijn in het ziekenhuis zo positief over deze vorm van zorg aanbieden, dat we dit sowieso standaard gaan doen voor alle patiënten."

Zinvolle gesprekken
Marcel Hougardy is prima hersteld na zijn operatie. “Mijn vrouw luistert regelmatig en hoort geen geluidje meer als ze naast me zit”, lacht hij. “Ik heb de hele zorg, maar ook de thuisbegeleiding als heel prettig ervaren. Het was zeker in coronatijd, als je toch voorzichtig was met het ontmoeten van mensen of naar het ziekenhuis gaan, een manier om je toch begeleid te voelen. Of het bijgedragen heeft aan mijn herstel kun je natuurlijk moeilijk zeggen: je doet wat je denkt dat goed is. Ik vond vooral de gesprekken met de psycholoog erg zinvol, want er komt toch heel wat op je af met zo’n operatie. Positief blijven, dat is de kunst.”

Sluit de enquête