Nieuwe oplossingen voor hartklepproblemen
Het hart heeft maar liefst vier kleppen, die in een gezonde situatie netjes sluiten en openen. Tussen de twee boezems en kamers zit elk een klep, links ‘mitralisklep’ genaamd en aan de rechterkant ‘tricuspidalisklep’. Wanneer deze kleppen niet goed sluiten, kan de patiënt last krijgen van vermoeidheid, kortademigheid en conditieverlies. Je kunt de trap ineens niet meer op zonder te pauzeren, bijvoorbeeld. Repareren van de klep heeft de voorkeur boven vervangen, omdat het minder ingrijpend is. Traditioneel is hiervoor een open-hart-operatie nodig, waarbij de hart-long-machine de functie van het hart tijdens de operatie overnam. Een ingrijpende ingreep, waarna lang gerevalideerd moest worden.
Behandeling op maat
“Revalideren op je veertigste is anders dan op je tachtigste”, legt interventiecardioloog Pieter Vriesendorp uit. “Daarnaast zoek je bij de veertigjarige patiënt naar een perfecte oplossing die nog veertig jaar standhoudt, maar bij een oudere patiënt hoeft het soms minder perfect en is ‘gewoon weer kunnen wat je voorheen kon’ al goed genoeg. Voor sommige mensen was opereren voorheen ook te belastend.” Iedere patiënt is anders, wil de arts maar zeggen en liefst bied je voor iedereen de beste aanpak op maat. Gelukkig is de medische technologie volop in ontwikkeling. Sinds zo’n twintig jaar kan de aortaklep (een van de vier kleppen) in het hart vervangen worden via een sneetje in de lies. Via de slagader daar kan de interventiecardioloog de bloedbaan binnen en zo naar het hart navigeren. Deze behandeling hoort inmiddels tot de standaard in Nederland. Het heeft ook het pad geëffend voor nieuwe soort ingrepen aan de andere kleppen.
Parachute
Denk aan een lekkende mitralisklep. De twee delen van de klep openen en sluiten, vergelijkbaar met een tweedelige poort voor een oprijlaan. Aan de onderkant zitten een soort draadjes, vergelijkbaar met de touwen onderaan een parachute. Kapotte touwtjes zijn één van de oorzaken van een lekkende mitralisklep. “Als we, met behulp van onze beeldvormingscardiologen in het team, goed in beeld hebben waardoor de lekkage wordt veroorzaakt, kunnen we die draadjes opnieuw vasthechten aan de klep en de hartspier. Dat kan via een klassieke hartoperatie, maar we kunnen ook naar de betreffende plaats in het hart, terwijl het doorklopt, via een klein sneetje in de punt van het hart.” Via deze route heeft het mitraalteam ook al een paar volledige mitraliskleppen vervangen; een zeer vernieuwende techniek.
Internationale studie
En het kan misschien nóg minder belastend. Wat als je die ‘parachutedraadjes’ ook via een sneetje in de lies zou kunnen vervangen? Dan hoeft er zelfs niet meer door de punt van de hartspier heen gesneden te worden. Het mitraalklepteam staat op het punt dit als eerste in Nederland bij patiënten te gaan toepassen, in het kader van een internationale studie. “Daar is heel veel onderzoek al aan voorafgegaan, want we willen vooral dat het veilig is én het moet iets toevoegen voor de patiënt.” Al iets meer ingeburgerd is het plaatsen van een clipje op de twee bladen van de mitralisklep; een soort nietje, waardoor de sluitfunctie verbetert. Ook dit kan via een sneetje in de lies, waardoor deze ingreep veel minder belastend is voor de patiënt. In een andere studie, gaat het team ook mensen met een lekkende tricuspidalisklep (dus aan de rechterkant van het hart) een clipje aanmeten via de lies. “Daar is tot nu toe minder aandacht voor, terwijl ook lekkage aan die klep veel narigheid voor de patiënt kan opleveren. Wanneer uit deze studie blijkt dat het een effectieve behandeling is, kan het ook door de zorgverzekeraar vergoed worden.”
Teamwerk
Vriesendorp benadrukt dat het allemaal teamwerk is, tussen verschillende soorten cardiologen (hartfalen specialisten, interventie en beeldvorming) en hartchirurgen. De laatste weet alles over operaties aan het hart, terwijl de interventiecardioloog in beeld komt als snijden niet nodig is. “Al is het hier in Maastricht niet zo zwart-wit en werken we vooral heel collegiaal samen. We zijn er niet op uit om onszelf te profileren of te groeien ten koste van elkaar. We buigen ons samen over het spectrum van hart- en vaatziekten, om de beste zorg te leveren voor deze complexe patiënten.”

Dit artikel komt uit de nieuwsbrief van het Hart en vaat onderzoekfonds Limburg. Dit fonds steunt baanbrekende studies in het MUMC+ gericht op nieuwe behandelingen, snellere diagnoses, betere zorg en het voorkomen van hart- en vaatziekten.

Sjra Wilms (89 jaar) uit Maasbracht kreeg een paar maanden geleden een clip op de mitralisklep aangebracht via zijn lies. Dankzij deze route was deze ingreep voor hem haalbaar, terwijl dat tien jaar geleden niet het geval was.
Ongeveer een jaar geleden merkte Sjra Wilms ineens dat hij veel minder energie had. “Na vijftig meter lopen moest ik gaan zitten en was het einde oefening. Dat werd steeds erger, ik voelde me echt helemaal niet goed.” Via de huisarts kwam hij bij de cardioloog in Roermond terecht, die constateerde dat zijn mitralisklep in het hart niet goed werkte. “Ik werd aangemeld in Maastricht voor een operatie via mijn lies en na een paar maanden wachten was ik dan aan de beurt.”
De operatie
Op 18 augustus werd hij geopereerd. “Onder narcose, dus ik herinner me er verder niks van. Ik lag ook nog even op de Intensive Care, want ze wilden zeker weten dat alles goed was. Maar drie dagen na de ingreep kon ik toch alweer naar huis. Dat is me allemaal ontzettend meegevallen. Ik heb ook nauwelijks pijn gehad, hooguit wat ongemak. Je begrijpt eigenlijk nauwelijks hoe ze dat toch kunnen, zo’n klepreparatie via je lies.”
Een ander mens
Direct na de operatie voelde hij zich al een ander mens. Langzaamaan begon hij zijn conditie weer een beetje op te bouwen. “We wonen in de buurt van het centrum hier, dus dan liep ik van het ene bankje naar het andere, met steeds even pauze. Dat ging steeds beter.” Na de controle in december, waarop de cardioloog constateerde dat alles er fantastisch uitzag, ging hij ook weer wat fitnessen en fietsen onder begeleiding van een fysiotherapeut. “Inmiddels kan ik weer twee kilometer lopen, ik doe boodschappen, ik stofzuig. Het is niet meer zoals vroeger, maar ik word in juni ook al negentig! Ik ben heel erg blij dat ik dit allemaal weer kan.”