NWA
In het kader van de Nationale Wetenschapsagenda gaan experts van het Maastricht UMC+ in de rubriek 'In gesprek met...' in op één van de vragen die zijn gesteld aan de wetenschap. Deze keer bespreekt trombose-expert prof. dr. Hugo ten Cate hoogleraar interne geneeskunde, de volgende vraag:

Kan men de aanleg voor trombose sneller opsporen?

"Laten we bij het begin beginnen: wat is trombose eigenlijk? Die vraag reikt namelijk al verder dan menigeen denkt. Simpel gezegd is trombose een stollingsprobleem in het bloed. Normaliter is stolling een belangrijk proces bij het genezen van een wond. Je begint bijvoorbeeld te bloeden na een val of een snee in de vinger en niet heel veel later stopt dat weer. Dat komt omdat er automatisch een complex proces op gang is gekomen om er voor te zorgen dat het bloeden weer ophoudt. Het is echter niet de bedoeling dat die stolling plaats vindt in de slagaders of aders binnenin het lichaam zelf, zoals bijvoorbeeld in de kransslagader. Dat kan namelijk zorgen voor een verstopping en afname van de bloedtoevoer naar cruciale gebieden in het lichaam.

Hugo ten Cate
Er wordt niet vaak bij stilgestaan, maar trombose is eigenlijk één van de voornaamste doodsoorzaken. Een hartinfarct ontstaat door een stolsel dat zich vormt in de kransslagader en een beroerte is vaak het gevolg van een losschietend bloedpropje uit het hart, en is dus meestal een gevolg van trombose. Een stolsel dat vanuit de aders in de benen via het hart in de longen terecht komt kan leiden tot een longembolie en zuurstoftekort. De vraag is natuurlijk hoe ontstaat zo'n stolsel en kunnen we dat voorkomen?

Trombose wordt nooit door slechts één factor alleen bepaald. Het is wel altijd afhankelijk van drie lichamelijke eigenschappen: de kwaliteit van de bloedvaten, de samenstelling van het bloed en de stroming van het bloed. Er zijn verschillende factoren bekend die deze eigenschappen op een negatieve manier kunnen beïnvloeden. Een gedeelte daarvan is erfelijk en een gedeelte is bepaald door omgevingsfactoren. Een bekende erfelijke factor is de zogeheten 'Factor V Leiden', een variant van de normaal voorkomende 'stollingsfactor V', een onderdeel van het stollingsproces. Een genetisch defect in deze factor zorgt ervoor dat de stolling langer dan gebruikelijk actief blijft. Alhoewel dat erfelijke defect in ruim vijf procent van de bevolking aanwezig is, krijgt toch lang niet iedereen trombose. Er is dan ook niet meteen reden tot paniek, omdat er vaak meer voor nodig is om daadwerkelijk het ontstaan van trombose te triggeren.

Ader
Er zijn een aantal omgevingsfactoren waarvan bekend is dat ze het risico op trombose verhogen, zoals roken, overgewicht, het gebruik van de anticonceptiepil en de kwaliteit van de lucht. Ook van lange vliegreizen is bekend dat het risico op trombose omhoog gaat. Uiteindelijk is het een optelsom van al die verschillende factoren die leiden tot het ontstaan van een inwendig stolsel. Iemand die genetisch belast is en rookt en vervolgens in een vliegtuig stapt vergroot zijn kans met een aantal procenten. In theorie zou je in principe voor ieder individu kunnen voorspellen wat zijn persoonlijke risico is op het krijgen van trombose, mits je de optelsom goed kunt maken. Op dit moment zijn we echter nog niet zo ver. Wat we wel al kunnen is een risicoprofiel opstellen, aan de hand van een meetbaar stofje in het bloed. Dat doen we door in een druppeltje bloed de aanwezigheid en de hoeveelheid van het enzym trombine (een onderdeel van het stollingssysteem) te bepalen. Daarmee kan een globaal inzicht worden verkregen of iemand wel of niet een verhoogd risico loopt. We kunnen daarmee echter nog niet precies meten wat de invloeden van bepaalde factoren op die verhoogde trombine vorming zijn geweest. In de toekomst hopen we natuurlijk deze test zodanig te verbeteren dat we dat wel kunnen.

Het is vanzelfsprekend belangrijk om goed op je leefstijl te letten om trombose te voorkomen. Gezond eten, stoppen met roken en in beweging blijven zijn in ieder geval dingen die je zelf kunt doen om het risico op trombose te verlagen."

Meer weten over trombose?

Ieder jaar vindt op 13 oktober de Wereld Trombose Dag plaats. Ook in het Maastricht UMC+ is er dan speciaal aandacht voor de aandoening. Voor experts vindt volgend jaar eveneens een speciale conferentie plaats: Maastricht Consensus Conference on Thrombosis.

Trombose is een belangrijk aandachtsgebied binnen het onderzoek van het Maastricht UMC+. Via de website van het Maastrichtse onderzoeksinstituut CARIM is te lezen waar wetenschappers, waaronder prof. Hugo ten Cate, zich onder andere op richten.
Het Maastricht UMC+ is tevens een Trombose Expertise Centrum met verschillende zorgtrajecten rondom verschillende vormen van trombose.

Maastrichtse wetenschappers voerden een trombose-onderzoek uit op de Mont Blanc onder de naam Red meets White. Hier onderzochten ze het effect van hoogteverschillen op het vrijkomen van trombine, een belangrijke stollingsfactor. Er werd zelfs een documentaire gemaakt van de expeditie.

Als iemand een beroerte (stolsel in het brein) krijgt dan telt iedere minuut. De hersenen kunnen namelijk niet te lang zonder zuurstof. In het Maastricht UMC+, AMC en Erasmus MC doet men onderzoek naar een innovatief soort stofzuigertje om het propje direct te verwijderen. De zogeheten Mr. CLEAN studie werd door het New England Journal of Medicine zelfs benoemd tot één van de meest invloedrijke onderzoeken in 2015.

Onderzoek naar trombose steunen kan via:
- Trombose Stichting Nederland
- HFL Hart- en vaatziekten
- Hartstichting

Sluit de enquête