
Iedere twee weken gaan experts van het Maastricht UMC+ in op één van de vragen die zijn gesteld in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda. Deze keer bespreekt prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen, hoofd van het Maastrichtse Borstkankercentrum, de volgende vraag:
Hoe ontstaat borstkanker en hoe kan het dat er zoveel verschillende vormen van borstkanker bestaan?
"Wanneer je de diagnose borstkanker krijgt komt er een stortvloed aan informatie op je af en je zit met tal van vragen. Eén van de veelgehoorde vragen is: 'Waarom heb juist ik die tumor?'. Het is lastig om daar een goed antwoord op te geven. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je een erfelijke aanleg hebt, waardoor er een vergroot risico is op het ontwikkelen van borstkanker. Heel vaak is er echter geen goede verklaring te geven. Maar één ding is zeker: er gaat ergens iets fout in het DNA, waardoor cellen ontstaan die ongeremd gaan delen: er ontstaat kanker. Het blijkt dat er verschillende genen in het menselijk lichaam zijn die deze ongeremde groei van tumorcellen kunnen initiëren. De meest bekende genen, BRCA1 en BRCA2, zijn van die genen waar het fout kan gaan. Maar foutjes in één van deze twee genen verklaren slechts een klein gedeelte van alle borsttumoren, namelijk minder dan zo'n 5 procent. Er zijn andere factoren die een veel grotere rol spelen.

Die factoren zijn er in vele vormen, maar met name vrouwelijke geslachtshormonen spelen een belangrijke rol in het ontstaan van borstkanker. Zo wordt door veel vrouwen bijvoorbeeld 'de pil' gebruikt om overgangsklachten te verminderen. Voor een korte periode is dat niet erg, maar jarenlang gebruik van de pil boven het vijftigste levensjaar moet worden afgeraden, omdat het risico op borstkanker dan aanzienlijk toeneemt. Ook overmatig alcoholgebruik, overgewicht, het krijgen van je eerste kind op relatief oudere leeftijd of geen borstvoeding geven brengen een verhoogd risico op borstkanker met zich mee.
Wanneer een vrouw wordt gediagnosticeerd met borstkanker volgt altijd nader onderzoek om te bepalen welk type tumor zij heeft. Dat kan namelijk bepalend zijn voor het behandeltraject. Het blijkt dat meer dan 70 procent van de tumoren ER/PR-positief is. Dat betekent dat tumorcellen een receptor hebben die gevoelig is voor vrouwelijke geslachtshormonen. Deze receptoren hebben als functie om de cel een signaal te geven om te gaan delen, waardoor de tumor groeit. Een andere groep patiënten, zo'n vijftien procent van de vrouwen, blijkt na onderzoek HER2-positief te zijn. Ook dit is een receptor op de tumorcellen die ervoor zorgt dat de tumor groeit. Bij de overige patiënten zijn al deze receptoren afwezig, dat wordt ook wel een 'triple negatieve' borstkanker genoemd. Precies die classificering van tumoren is belangrijk voor artsen om te bepalen of iemand baat kan hebben bij medicatie.
Behalve opereren, en eventueel bestralen, worden namelijk vaak medicijnen gegeven om ontsnapte tumorcellen aan te pakken. Als een vrouw ER/PR-positief blijkt te zijn, dan is de tumor waarschijnlijk gevoelig voor hormoontherapie. Die medicatie zorgt ervoor dat de groei van de tumor wordt afgeremd. Als de tumor HER2-positief blijkt te zijn, dan is de tumor mogelijk gevoelig voor HER2-gerichte therapie. Ook die medicatie is er op gericht om de groei van de tumor af te remmen. Als de tumor 'triple negatief' is (en dus geen ER/PR- of HER2-receptoren heeft), dan is de tumor meestal wel gevoelig voor chemotherapie, maar niet voor hormoontherapie of HER2-gerichte therapie. Met een combinatie van behandelingen lukt het tegenwoordig om ongeveer 75 procent van de patiënten na de diagnose borstkanker te genezen.

Op dit moment worden steeds meer nieuwe medicijnen ontwikkeld, die steeds gerichter aangrijpen op bepaalde kenmerken van tumorcellen. Zo wordt bij patiënten momenteel onderzocht of een nieuw type medicijn (de zogeheten PARP remmers) effectief is bij patiënten met een BRCA mutatie. Bij patiënten met HER2-positieve borstkanker wordt op dit moment getest of het medicijn pertuzumab er voor kan zorgen dat de borsttumor nog vóór de operatie kleiner wordt. Door toenemend inzicht in verschillende, individuele tumorkenmerken lukt het ons steeds beter om heel specifiek behandelingen in te zetten. In de hoop dat we de kans op genezing zo groot mogelijk kunnen maken."
Meer weten over borstkanker?
Het Borstkankercentrum van het Maastricht UMC+ ontving bij de start van de Borstkankermaand het Gouden Borstbeeld van Libelle. Het magazine reikt de prijs ieder jaar uit aan een persoon of team met bijzondere verdiensten in de zorg, met name op gebieden waar vrouwen mee te maken krijgen. Het Maastricht UMC+ heeft voor 2015 tevens weer een Roze Lintje in ontvangst mogen nemen voor uitstekende patiëntgerichte zorg.
Maastrichtenaren kunnen tijdens de borstkankermaand deelnemen aan de actie 'Maastrichtse decolletés'. Een speciale actie van onder meer het Kankeronderzoekfonds Limburg om geld in te zamelen voor onderzoek naar borstkanker.
Meer algemene informatie over borstkanker is te vinden via:
- Borstkanker Vereniging Nederland
Onderzoek naar borstkanker steunen kan via:
- Pink Ribbon
- KWF Kankerbestrijding