Het HPV-virus: de onbekende veroorzaker van keelkanker

Ondanks dat er steeds minder mensen roken, krijgen meer mensen keelkanker. De boosdoener van deze ontwikkeling is het HPV-virus (humaan papillomavirus). Uit onderzoek van Femke Verhees, KNO-arts in het Maastricht UMC+, blijkt dat Nederlanders niet goed op de hoogte zijn van HPV en het verband met keelkanker – en dus ook niet weten dat een HPV-vaccinatie daartegen beschermt. Ook vond ze aanknopingspunten om mensen die HPV-gerelateerde hoofd-halskanker, waarvan keelkanker een variant is, beter te kunnen behandelen. Op 15 november promoveert Verhees op dit onderzoek.

Wanneer mensen bekend zijn met het HPV-virus, is dat meestal in verband met baarmoederhalskanker. HPV is een seksueel overdraagbaar virus dat bij vrouwen baarmoederhalskanker kan veroorzaken, maar ook keelkanker kan veroorzaken, wat vaker voorkomt bij mannen, maar ook bij vrouwen. Om het risico op kanker gerelateerd aan HPV-infecties te verminderen, worden kinderen vanaf tien jaar uitgenodigd om een HPV-vaccinatie te ontvangen. Meisjes kunnen dit al ongeveer tien jaar doen, en sinds vorig jaar geldt dit ook voor jongens vanwege de kans op keelkanker. "Vaccinaties bieden goede bescherming tegen het virus en HPV-gerelateerde kanker", aldus KNO-arts en onderzoeker Femke Verhees. "Maar als ouders niet bekend zijn met HPV of de gevolgen van een infectie, zullen ze minder snel geneigd zijn om hun kinderen te laten vaccineren."

Bewustzijn

Uit het onderzoek van Verhees blijkt dat slechts een op de drie Nederlanders bekend is met HPV, en binnen deze groep is maar een derde zich bewust van de relatie tussen HPV en keelkanker. Dit gebrek aan bewustzijn heeft geleid tot haar betrokkenheid bij de 'Make Sense'-campagne, die tot doel heeft mensen bewuster te maken van HPV, de mogelijke gevolgen van een besmetting en het belang van vaccinaties ter voorkoming van HPV-gerelateerde kanker.

Daarnaast blijkt dat ook huisartsen hun kennis over HPV kunnen verbeteren. Hoewel de meeste huisartsen op de hoogte zijn van het verband tussen HPV en keelkanker, is minder bekend dat het vaker bij mannen voorkomt en vooral jonge mensen treft. Verhees benadrukt het belang van voldoende kennis over dit onderwerp bij huisartsen, zodat ze patiënten die twijfelen over een HPV-vaccinatie goed kunnen voorlichten. En als artsen sneller denken aan HPV-gerelateerde keelkanker kunnen patiënten in een vroeger stadium behandeld worden, wat hun prognose verbetert. Om het bewustzijn onder huisartsen te vergroten heeft Verhees haar bevindingen ook gepubliceerd in het vakblad voor huisartsen.

Behandeling

Verhees onderzocht niet alleen de kennis over HPV, maar ook welke medicijnen in de toekomst de overlevingskansen – slechts de helft van de patiënten overleeft de eerste vijf jaar na diagnose - kunnen vergroten. Zo toonde ze aan dat een antiviraal medicijn kan zorgen voor schade in het DNA van tumorcellen, en er op die manier voor zorgt dat de tumorcellen sterven. Een ander medicijn (een PI3K-remmer), bleek ook goed in staat om hoofd-halstumorcellen te doden, en deed dat o.a. via het verstoren van de stofwisseling van de cellen. Het derde middel (CDK4/6-remmer) bleek alleen de groei van tumorcellen te remmen van hoofd-halskankers die niet door HPV waren veroorzaakt. Dit medicijn zorgt ervoor dat het delen van de tumorcellen wordt gestopt, maar omdat het HPV-virus de celcyclus verandert, zijn die cellen niet meer vatbaar voor dit medicijn.

Verhees testte deze medicijnen op tumorcellen in het laboratorium. Daarmee kon ze onderzoeken of en op welke manier deze middelen werken, maar is bijvoorbeeld nog niet helemaal duidelijk of de middelen alleen de tumorcellen aanvallen, of ook de gezonde cellen. Voordat deze medicijnen bij hoofd-halskanker kunnen worden voorgeschreven, is dus verder onderzoek nodig.

Sluit de enquête