Inzet verpleegkundig specialist leidt tot minder sterfte ouderen met heupfractuur

Heupfracturen komen veel voor bij kwetsbare ouderen en zijn vaak fataal. Gemiddeld één op de drie patiënten overlijdt binnen een jaar. Orthopeden en internisten-ouderengeneeskunde zoeken daarom continu naar methoden om de beste zorg aan deze groep patiënten te kunnen geven. In het Maastricht UMC+ heeft dit geleid tot een pilot met de verpleegkundig specialist als spin in het web. Het resultaat: een daling van het sterftecijfer met 50%.

“Veel oudere mensen zijn kwetsbaar. Als ze vallen, breken ze vaak een heup. Meestal kampen ze ook met diverse andere aandoeningen, zoals suikerziekte of hart- of vaatziekten,” trapt internist-ouderengeneeskunde Bart Spaetgens af. Orthopedisch-chirurg René ten Broeke vult aan: “Die combinatie maakt ouderen best een complexe patiëntengroep wanneer ze worden opgenomen met een heupfractuur. Je hebt immers niet alleen te maken met een breuk, maar ook met ziektes waar je als behandelend orthopeed niet in gespecialiseerd bent. En dus vraag je indien nodig consulten aan van een cardioloog, een nefroloog en ga zo maar door.” Dat kan efficiënter en meer vanuit een holistische, internistische gedachte, vonden beide heren. En dus startten ze in 2018 op de afdeling orthopedie met de pilot orthogeriatrisch co-management.

Pionieren
Naast de chirurg worden twee verpleegkundig specialisten medebehandelaar, onder supervisie van Spaetgens: Jannic van Leendert en Noor Pijls. De positie die ze op de afdeling innemen is vernieuwend, vertelt Van Leendert: “Er zijn uiteraard meer verpleegkundig specialisten actief in het ziekenhuis, maar die werken meestal poliklinisch. Wij zijn echt medebehandelaar op een klinische afdeling. En dat is pionieren.” De verpleegkundig specialisten zijn dagelijks op de afdeling en bieden samen aan alle kwetsbare oudere patiënten geriatrische zorg: “Dat begint al bij binnenkomst als we de medische, cognitieve en functionele mogelijkheden en beperkingen van iemand in beeld brengen en diens medicatie. Dat vertalen we naar een plan voor behandeling en herstel, evalueren we dagelijks en passen we indien nodig aan. En dat loopt door tot na het ontslag,” vertelt Pijls. In dit hele traject betrekken ze de patiënt, diens familie, huisarts en andere (para)medici. Van Leendert: “Wij hebben daar meer tijd voor dan de specialisten. We merken dat dit ook zeer gewaardeerd wordt."

Resultaten
Omdat patiënten van opname tot na ontslag geriatrisch goed in beeld zijn, worden risicofactoren en (post)operatieve complicaties eerder gesignaleerd. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat operaties tijdelijk of in zijn geheel worden uitgesteld. Pijls: “Zo hadden we onlangs een patiënt waarbij we bij opname al tien risicofactoren identificeerden, zoals risico op vallen en nierinsufficiëntie. Dan is het wellicht verstandig om niet te opereren.” De nieuwe aanpak op de afdeling orthopedie werpt zijn vruchten af. Uit de pilot blijkt dat zowel het 3-maanden, als het 1-jaar sterftecijfer bij patiënten die binnen het orthogeriatrisch co-management behandeld worden met 50% afneemt. Daarnaast blijkt dat patiënten gemiddeld 2 dagen korter op de orthopedie afdeling liggen; 7 in plaats van 9. Ook gaan aanzienlijk meer patiënten naar huis in plaats van naar een revalidatielocatie elders.

Groei
De verpleegkundig specialisten noteren ook andere positieve resultaten. Van Leendert: “We zijn enorm gegroeid in ons werk, qua kennis, samenwerken en communiceren. Dat maakt dat we op de afdeling inmiddels hét aanspreekpunt zijn als het gaat om de zorg aan kwetsbare ouderen met een heupfractuur. Door die rol kunnen we een brug slaan tussen verpleegkundigen, specialisten en andere (para)medici met als opbrengst meer samenhang in de zorg.” Pijls vervolgt: “Door onze kennis en ervaring op geriatrisch gebied nemen we ook steeds meer een opleidingsrol aan richting zaalartsen. Uiteraard binnen de grenzen die we als verpleegkundig specialist hebben. Want medicus ben ik niet en dat ambieer ik ook niet. Gaat het mijn petje te boven, dan vraag ik advies aan mijn supervisor.”

Toegevoegde waarde
Die is ervan overtuigd dat de inzet van verpleegkundig specialisten bijdraagt aan kwalitatief betere en kostenefficiënte zorg voor kwetsbare ouderen. Bart Spaetgens: “En niet alleen voor patiënten met een heupfractuur. De verpleegkundig specialist kan op meer afdelingen waar oudere patiënten liggen van toegevoegde waarde zijn.” En dus vindt momenteel onderzoek plaats naar een mogelijke uitrol van de nieuwe aanpak elders. Pijls: “Een echte kans voor verpleegkundig specialisten om zich verder te ontwikkelen.” De pilot op de afdeling orthopedie van het Maastricht UMC+ is inmiddels een regulier zorgpad voor gemiddeld 350 patiënten per jaar.

De resultaten van de pilot zijn onlangs gepubliceerd in het vaktijdschrift Age and Aging van de British Geriatrics Society.

Geriatrisch co-management team
Van links naar rechts: internist-ouderengeneeskunde Bart Spaetgens, verpleegkundig specialisten Noor Pijls en Jannic van Leendert, orthopedisch chirurg René ten Broeke
Sluit de enquête