De Research Code Maastricht UMC+ biedt iedereen die met onderzoek te maken heeft een helder overzicht van de gedragsregels voor het ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen bij wetenschappelijk onderzoek. 

Een samenvatting van de hoofdstukken uit de Research Code Maastricht UMC+ is te lezen in het onderstaande uitklapmenu.
De volledige versie van de Research Code Maastricht UMC+ vindt u in de PDF op deze pagina

  • Leidende principes wetenschappelijk onderzoek (Hoofdstuk 1)
    De Research Code Maastricht UMC+ onderschrijft de 5 principes van de Nederlandse gedragscode Wetenschappelijke Integriteit: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid.

    Wetenschappelijke integriteit (Hoofdstuk 2)
    Onderzoekers worden geacht zich te houden aan de gedragsregels voor het ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen bij wetenschappelijk onderzoek. Afwijken van deze gedragsregels ondermijnt de professionele verantwoordelijkheid, brengt schade toe aan het onderzoek en de relatie met andere onderzoekers en schaadt mogelijk ook het vertrouwen in de geloofwaardigheid van wetenschappelijk onderzoek. Bij vragen of klachten over integer wetenschappelijk onderzoek kunnen, afhankelijk van de situatie, verschillende routes gevolgd worden. Om onzorgvuldige verwijzingen of plagiaat te voorkomen, kan gebruik gemaakt worden van de Similarity Check service van de Universiteitsbibliotheek.

    Onderzoek met mensen (Hoofdstuk 3)
    De Raad van Bestuur van het Maastricht UMC+ is eindverantwoordelijk voor het goede verloop van onderzoek met mensen. Daarom moet al het onderzoek (WMO en niet-WMO), uitgevoerd in het Maastricht UMC+, goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur van het Maastricht UMC+. Al het WMO en non-WMO onderzoek, waarbij patiënten van het academisch ziekenhuis Maastricht betrokken zijn, moeten parallel ingediend worden bij de METC en het CTCM. Al het non-WMO onderzoek, waarbij geen patiënten van het academisch ziekenhuis Maastricht betrokken zijn, moet voor aanvang van het onderzoek ingediend worden bij de FHML-REC.

    Onderzoek met proefdieren (Hoofdstuk 4)
    Bij het het uitvoeren van proefdieronderzoek moet het onderzoeksplan getoetst worden door de IvD, DEC en CCD. Additionele condities zijn van toepassing bij transgene proefdieren of het gebruik van straling. Onderzoekers die werken met proefdieren moeten voldoen aan de eisen geformuleerd in artikel 9 van de WOD.

    Biologische en stralingsveiligheid (Hoofdstuk 5)
    Onderzoek met GMO's wordt gemonitord via de biologische veiligheidsfunctionaris van CRISP. Onderzoek waarbij straling betrokken is wordt gemonitord via de stralingsdeskundige van CRISP. In het geval gewerkt wordt met genetische bronnen uit andere landen moet rekening gehouden worden met de richtlijnen in het Nagoya protocol.

    Begeleiding van junior onderzoekers (Hoofdstuk 6)
    Een adequete begeleiding en training van een junior onderzoeker is een belangrijk onderdeel van zorgvuldige wetenschapsbeoefening. De junior onderzoeker heeft de verantwoordelijkheid om zich professioneel te gedragen en begeleiding te accepteren van de begeleider(s). De begeleider(s) en junior onderzoeker moeten overeenstemming bereiken over de publicatie van onderzoeksgegevens en auteurschappen. Voor een eerlijke toewijzing van auteurschappen kunnen de criteria beschreven in de Research Code Maastricht UMC+ geraadpleegd worden.

    Onderzoeksdata (Hoofdstuk 7)
    Het opstellen van een gedegen datamanagementplan is onderdeel van goed wetenschappelijk handelen. Onderzoekers zijn op de hoogte van open science, AVG en weten hoe te handelen in geval van datalekken of verlies. Onderzoek waarbij persoonlijke data worden verwerkt moet geregistreerd worden in de online AVG tool vóór de start van het onderzoek.

    Samenwerking met externe partners (Hoofdstuk 8)
    Voorafgaand aan het opstellen van een contract met een externe partner, dient er contact te worden opgenomen met het beheersbureau van de betreffende School/Instituut (in geval van onderzoek binnen de FHML) die vervolgens contact opneemt met juridische zaken of CTCM (in geval van humaan onderzoek in het academisch ziekenhuis).

    Nevenwerkzaamheden en belangenverstrengeling (Hoofdstuk 9)
    Medewerkers die nevenwerkzaamheden (willen) verrichten dienen dit te melden. Voor de registratie van deze nevenwerkzaamheden zijn instructies voorhanden die beschreven staan in de Research Code Maastricht UMC+.
    Onderzoekers mogen geen geschenken, uitnodigingen of sponsoring ontvangen in ruil voor een gunst. Onderzoekers worden geacht hun direct leidinggevende te informeren wanneer ze aanlopen tegen een mogelijke belangenverstrengeling binnen en/of buiten de vakgroep/afdeling.

    Eigenaarschap en valorisatie van onderzoeksdata (Hoofdstuk 10)
    Afhankelijk van het type onderzoeksresultaten gelden er verschillende regels en wetten betreffende eigenaarschappen. Bij het publiceren of presenteren van onderzoeksresultaten die octrooieerbaar zijn, is het raadzaam eerst contact op te nemen met het Valorisation & Business Development team.

    Omgaan met de media (Hoofdstuk 11)
    Neem contact op met de communicatieadviseurs bij het publiceren van onderzoeksresultaten in de media of bij het geven van een interview op radio/TV. De communicatie-adviseurs zijn te bereiken via: communicatie-fhml@maastrichtuniversity.nl | 043 3885713 of www.mumc.nl/actueel/media/perscontact |043 3877114 voor Maastricht UMC+.

    Voor meer informatie of vragen over de Research Code Maastricht UMC+, neem contact op met dr. E. Swennen (els.swennen@maastrichtuniversity.nl of tel: 043 3872869).

Research Code Maastricht UMC+
Sluit de enquête