De dag van uw opname

Wat neemt u mee?

Neem op de dag van uw opname het volgende mee naar het ziekenhuis:
  • uw patiëntenkaartje
  • medicijnen die u gebruikt
  • een actueel overzicht van de medicijnen die u gebruikt
  • heeft u een geneesmiddelenpaspoort of een kaart van de Trombosedienst, neem die dan ook mee
  • eventuele dieetvoorschriften
  • ondergoed, nachtkleding, kamerjas en pantoffels
  • mag u uit bed, neem dan makkelijke kleding en schoenen mee
  • toiletartikelen
  • uw leesbril of gehoorapparaat
  • een boek of tijdschriften.

Wij adviseren u voorzichtig te zijn met het meenemen van waardevolle spullen zoals een smartphone, laptop, sieraden en geld. U krijgt de beschikking over een nachtkastje, maar dat is niet afsluitbaar. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor het zoekraken van uw eigendommen.

Het opnamegesprek met de verpleegkundige

Na aankomst op de verpleegafdeling heeft u een opnamegesprek met de verpleegkundige. De verpleegkundige bespreekt met u de dagelijkse gang van zaken op de afdeling en stelt u enkele vragen die van belang zijn voor uw opname. Uiteraard kunt u zelf ook vragen stellen.

Mochten er bijzonderheden zijn waarmee rekening gehouden moet worden, bijvoorbeeld als u overgevoelig bent voor bepaalde medicijnen of jodium of als u een speciaal dieet gebruikt, dan kunt u dit aangeven in het gesprek met de verpleegkundige.

Polsbandje

Bij de opname in het ziekenhuis ontvangt u van de verpleegkundige een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Het dragen van het polsbandje is verplicht en dient als identificatiemiddel zodat u bijvoorbeeld niet verwisseld wordt met een andere patiënt.

Het polsbandje is ook voorzien van een unieke barcode (streepjescode) die ervoor zorgt dat de arts of de verpleegkundige u veilig die medicijnen kan toedienen die u daadwerkelijk nodig heeft.

Medicijnen

Het is belangrijk dat u de arts de medicijnen laat zien die u thuis gebruikt. Neem deze dus mee, want het kan voorkomen dat u in het ziekenhuis korte tijd uw eigen medicijnen gebruikt.

Als u in het ziekenhuis medicijnen krijgt, neem deze dan direct na het uitdelen in. Want de uitdeeltijden zijn met opzet zodanig over de dag verdeeld dat de medicijnen gelijkmatig kunnen werken.

Voor informatie over het gebruik of het medicijn zelf kunt u terecht bij de verpleegkundige, of bij de zaalarts.

Uw contactpersoon

Bij het opnamegesprek vraagt de verpleegkundige u ook één contactpersoon te benoemen. Na een onderzoek of ingreep kan deze contactpersoon naar uw welzijn informeren bij de verpleging van de afdeling.

Als familieleden en vrienden willen weten hoe het met u gaat, kunnen zij deze contactpersoon bellen. Op die manier zijn zij goed op de hoogte en wordt tegelijk voorkomen dat de verpleegkundigen op de afdeling van hun werk worden afgehouden doordat zij voortdurend verschillende familieleden of vrienden te woord moeten staan.

De verpleegafdeling

Vrijwel elke verpleegafdeling heeft een verpleegkundige staf die bestaat uit een afdelingshoofd en een of meer unit-leiders. De verpleegkundigen zijn 24 uur per dag aanwezig en zijn uw eerste aanspreekpunt voor uw vragen of problemen.

Een verpleegafdeling heeft verschillende één-, twee- of vierpersoonskamers. De één- en vierpersoonskamers zijn voorzien van een toilet, was- en doucheruimte. De tweepersoonskamers hebben een toilet en een ruimte met een wastafel. Patiënten kunnen verder de douches of de badkamer op het ganggedeelte gebruiken.

De 'safety checklist'

Op verschillende momenten tijdens uw opname stellen de artsen en verpleegkundigen u aan de hand van een zogenoemde 'safety checklist' verschillende vragen. Dit is nodig om te controleren of alle medische informatie over u beschikbaar is en klopt.

Mogelijk wordt u op meer momenten dezelfde vraag gesteld (bijvoorbeeld uw naam, geboortedatum en welke operatie men gaat doen). De vragen kunnen de indruk wekken dat we het niet zeker weten, maar die herhaling is juist bedoeld om fouten te vermijden. De safety checklist wordt door veel ziekenhuizen wereldwijd gehanteerd. Check en dubbelcheck verkleint de kans op fouten.

Uw operatie gaat niet door

Het kan gebeuren dat u al opgenomen bent en uw operatie alsnog niet doorgaat. Dat is vanzelfsprekend heel vervelend en we doen er alles aan om te voorkomen dat het gebeurt. Toch kan het gebeuren. Daar kunnen medische redenen voor zijn: u bent bijvoorbeeld grieperig of uw bloedwaarden zijn niet in orde. Ook kan het zijn dat het operatieprogramma van die dag door onvoorziene omstandigheden te lang is uitgelopen. U ontvangt uiteraard zo snel mogelijk een nieuwe oproep.

Sluit de enquête